Wat kunnen we drogen?

Bijna alle planten en/of delen daarvan, zijn te drogen.  het beste en makkelijkst te drogen zijn natuurlijk de 'echt' droogbloemen zoals bijvoorbeeld Helichrysum (stro-bloem), Ammobuim (zandbloem) en Xeranthemum (papierbloem).  Deze soorten verleppen niet gauw in de tuin en ze voelen iets droog en stroachtig aan. Vandaar ook de door velen gebruite naam: strobloemen.  Maar ook andere natuurlijk producten zijn makkelijk te drogen.  Zelfs 'Reuzenbereklauw' (Heracleum mantegazzianum), sprookjesachtige pompoenen (Curcurbita maxima), waterplanten en varens geven weinig problemen. Het is vaak een kwestie van experimenteren en proberen.

Zelfs kamerplanten die, om wat voor reden dan ook, dood zijn gegaan, zijn soms te drogen.  Snijbloemen zoals bijvoorbeeld roosjes, Liatris, Hiliconia en Protea geven nauwelijks problemen, net zo min als de vele tuinbloemen en wilde planten.

'Kant-en-Klaar gedroogd' zijn is een andere optie indien u niet zelf wilt drogen.  Er zijn vele inheemse of exotische gedroogde planten beschikbaar.
Zelf deze wilde planten in de vrije natuur plukken en drogen of droogbloemen in eigen tuin opkweken is natuurlijk veel leuker en geeft meer voldoening.  De meeste soorten die ons klimaat verdragen vragen een redelijk voedzame grond, flink wat zon en in hoofdzaak in de groeiperiode regelmatig water.  Vanzelfsprekend zijn er uitzonderingenn, die speciale eisen stellen.

Droogbloemen, zowel de nederlandse als de geïmporteerde, zijn gewone planten en daarom evenals alle andere planten onder te verdelen in:

  • Eenjarige planten: gewassen die binnen het jaar, meestal van lente tot herfst, een levensloop beginnen en eindigen.
  • Tweejarige planten: gewassen die in het eerste jaar alleen wortels en een korte stengel met bladeren voorbrengen, maar in het tweede jaar hoger opschieten en dan ook bloemen en vruchten dragen.
  • Overblijvende, overjarige of vaste planten, met niet-houtige, dus kruidachtige stengels, die elke winter boven de grond geheel of grotendeels afsterven, maar in de aarden blijven leven en in de lente nieuwe, bovengrondse delen voortbrengen.
  • Bomem of heesters: planten met houtige stengels of stam; een boom heeft één hoofdstam met zijtakken, een heester vertakt zich direct bij de grond.

Planten dus ook droogbloemen, van uiteenlopende aard, moeten natuurlijk op verschilende manieren opgekweekt en verzorgd worden.